een bewust tot stand gebrachte opening in de buiswand ten behoeve van de realisatie van een aansluiting
Bron: praktijkcode PCD 3
de leiding van het bedrijf die de drinkwaterinstallatie met de hoofdleiding verbindt, met inbegrip van de meetinrichting en alle andere door of vanwege het bedrijf in of aan die leiding aangebrachte apparatuur, zoals keerkleppen, dienstkranen, begrenzers (in de Model Aansluitvoorwaarden Drinkwater 2011 van Vewin wordt een vrijwel identieke begripsomschrijving gegeven, maar die eindigt met '..... zoals dienstkraan, hoofdkraan, keerklep, begrenzer')
Bron: Model Algemene Voorwaarden Drinkwater 2012 van Vewin
verbinding tussen (bij voorkeur) een secundaire of tertiaire of een secundaire leiding en een drinkwaterinstallatie inclusief, meetinrichting en alle andere door het bedrijf in of aan die leiding aangebrachte apparatuur zoals dienstkranen en begrenzers (dit is doorgaans de praktijk, maar aansluitleidingen kunnen in een enkel geval ook zijn aangesloten op primaire leidingen)
Bron: praktijkcode PCD 3
een mechaniek om de doorstroming van een medium te regelen, middels het beïnvloeden van de doorstroomopening(en)
Bron: praktijkcode PCD 3
de kleinste verzameling onderling verbonden leidingen die door middel van afsluiters kan worden geïsoleerd van de rest van het leidingnetwerk en kan daarmee bestaan uit leidingen van verschillend materiaal of diameter
Bron: praktijkcode PCD 3
Analyse Microbiologische Veiligheid Drinkwater
leidingelement zoals afsluiter, expansiestuk, pendelstuk, isolatiekoppeling, veiligheidstoestel (zoals bedoeld in NEN-EN 1717), drukregelaar, brandkraan en spuikraan
Bron: praktijkcode PCD 3
mineralogische naam die bepaalde vezelvormige silicaten beschrijft, behorend tot de mineralogische groep van de serpentijn- en amfiboolmineralen, en die zijn uitgekristalliseerd in de zogenoemde asbestiforme vorm en daardoor gemakkelijk splijtbaar zijn tot lange, dunne, flexibele lange sterke vezels bij vermalen of verwerken (OPMERKING De mineralen die onder de definitie vallen zijn: chrysotiel (CAS-nr 12001-29-5), crocidiliet (CAS-nr 12001-28-4), amosiet (CAS-nr 12172-73-5), vezelvormig anthophyliet (CAS-nr 77536-67-5), vezelvormig actinoliet (CAS-nr 77536-66-4) en vezelvormig tremoliet (CAS-nr 77536-68-6)
Bron: NEN 5740
de wijze waarop drinkwaterbedrijven hun te realiseren activiteiten afstemmen op de gestelde doelen
Bron: praktijkcode PCD 7
de laag van een meerlaags buis die is bedoeld om zorg te dragen voor voldoende weerstand tegen de permeatie van verontreinigingen
Bron: beoordelingsrichtlijn BRL-K17101 van certificatie-instelling Kiwa Nederland B.V.
zie 'prestatievergelijking'
de in het College van Deskundigen gemaakte afspraken over het onderwerp van certificatie
Bron: alle beoordelingsrichtlijnen van certificatie-instelling Kiwa Nederland B.V.
iedere behandeling van grondwater, oppervlaktewater, zeewater of een andere grondstof met het oog op de productie van drinkwater, tot aan het punt waar het drinkwater voor consumptie beschikbaar komt
Bron: Drinkwaterwet
gebied rond een drinkwaterwinning die bescherming biedt van het grondwater en zijn aangewezen in de Provinciale Milieuverordening (deze verordeningen zijn vaak geent op vier beschermingszones met uiteenlopende beschermingsniveaus, namelijk het waterwingebied, het grondwaterbeschermingsgebied, de boringsvrije zone en het intrekgebied)
Bron: praktijkcode PCD 1-2
de laag die in contact staat met de omgeving van het leidingsysteem
Bron: beoordelingsrichtlijn BRL-K17101 van certificatie-instelling Kiwa Nederland B.V.
het systematisch en volgens expliciete criteria gedurende langere tijd volgen van de waterkwaliteit, de waterkwantiteit of van de toestand van een leiding of van een appendage
Bron: praktijkcode PCD 3
werkzame stof of preparaat dat een of meer werkzame stoffen bevat, bestemd of aangewend om een schadelijk organisme te vernietigen, af te schrikken, onschadelijk te maken, de effecten daarvan te voorkomen of het op andere wijze langs chemische of biologische weg te bestrijden, niet zijnde een gewasbeschermingsmiddel en opgenomen in bijlage V bij richtlijn 98/8/EG
Bron: praktijkcode PCD 3
(i) alle stoffen of mengsels die, in de vorm waarin zij aan de gebruiker worden geleverd, uit een of meer werkzame stoffen bestaan dan wel die stoffen bevatten of genereren, met als doel een schadelijk organisme te vernietigen, af te schrikken, onschadelijk te maken, de effecten daarvan te voorkomen of op een andere dan louter fysieke of mechanische wijze te bestrijden; (ii) alle stoffen of mengsels die worden gegenereerd door stoffen of mengsels die zelf niet vallen onder het eerste streepje, en die gebruikt worden met als doel een schadelijk organisme te vernietigen, af te schrikken, onschadelijk te maken, de effecten daarvan te voorkomen of op een andere dan louter fysieke of mechanische wijze te bestrijden; (iii) behandelde voorwerpen waarvan de primaire werking een biocidale werking is, worden beschouwd als biociden
Bron: Verordening nummer 528/2012 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie
aan de buiswand vastgezette aangroei
Bron: praktijkcode PCD 2
vast deel van de aarde met de zich daarin bevindende vloeibare en gasvormige bestanddelen en organismen
Bron: NEN 5740
situatie waarbij stoffen zich op een zodanige wijze in de bodem bevinden, dat deze stoffen zich met de bodem kunnen vermengen, met de bodem kunnen reageren, zich in de bodem kunnen verspreiden en/of ongecontroleerd kunnen verplaatsen en een of meer van de functionele eigenschappen, die de bodem voor mens, plant of dier heeft, verminderen of bedreigen
Bron: NEN 5740
Beheerscommissie Overdracht Kwaliteitsgegevens
een hulpstuk voorzien van een volumen regelmechanisme ten behoeve van de bluswatercapaciteit
Bron: praktijkcode PCD 3
BeoordelingsRichtLijn (van een certificatie-instelling)
Als er door omstandigheden troebelheden optreden die zichtbaar kunnen zijn voor consumenten wordt er gesproken van bruin water. Bruin water is een zelfstandig fenomeen en goed meetbaar en reproduceerbaar.
Bron: praktijkcode PCD 2
recht leidingelement met een constante inwendige diameter over de werkende buislengte (een buis met verbinding, bijvoorbeeld een gietijzeren buis met spie- en mofverbinding) (opmerking: ook in NEN 7171-1: holle leiding voor het doorstromen van gassen, vloeistoffen of capsules, bestemd om hetzij gas, een vloeistof of capsules te transporteren, hetzij een vloeistof als intermediair te gebruiken voor het transport van warmte of een opgeloste of verpulverde stof)
Bron: praktijkcode PCD 3
recht leidingelement met een constante inwendige diameter over de gehele buislengte (uitsluitend een buis, bijvoorbeeld een PVC buis zonder verbindingsstukken)
Bron: praktijkcode PCD 3
chemicalien die niet per stuk worden verpakt en geladen zoals containers, pallets of dozen, maar los in het ruim van een schip of in een vrachtwagen of wagon worden gestort (het betreft vaste en vloeibare producten; gasvormige worden niet als zodanig beschouwd)
Bron: praktijkcode PCD 17
Criticality Analysis Valve Locations And Reliability (computerprogramma ten behoeve van een methode om een afsluiterconfiguratie kwalitatief en kwantitatief te kunnen beoordelen)
Conformite Europeenne; markering waaruit blijkt dat een product voldoet aan de daarvoor geldende regels binnen de EER, de Europese Economische Ruimte (= de EU, Zwitserland,Liechtenstein, Noorwegen en Ijsland)
Bron: praktijkcode PCD 4
door de Raad voor Accreditatie geaccrediteerde instelling die bevoegd is certificaten af te geven of in te trekken voor een product, dienst of kwaliteitsmanagementsysteem
Bron: Drinkwaterbesluit
stoffen of daaruit samengestelde producten, waaronder biociden, die ten behoeve van de bereiding van drinkwater in contact worden gebracht met te behandelen water of drinkwater, dan wel daaraan worden toegevoegd met het doel een kwaliteitsverandering van dat water te bewerkstelligen
Bron: Drinkwaterbesluit
Rekeneenheid om de bijdrage van broeikasgassen aan het broeikaseffect onderling te kunnen vergelijken. Het is gebaseerd op het 'Global Warming Potential' (GWP, de mate waarin een gas bijdraagt aan het broeikaseffect).
Bron: praktijkcode PCD 11
term die aangeeft dat (binnen de gedefinieerde systeemgrenzen van een bedrijfsactiviteit) er op jaarbasis geen netto uitstoot van broeikasgassen is
Bron: praktijkcode PCD 11
de CO2-voetafdruk staat synoniem voor CO2-footprint of carbon footprint en is een maat, uitgedrukt in ton CO2, voor de uitstoot van broeikasgassen door de verschillende bedrijfsactiviteiten
Bron: praktijkcode PCD 11
op het uitwendige oppervlak van een leidingelement aangebracht materiaal om dit te beschermen tegen corrosie, mechanische beschadiging of chemische aantasting
Bron: praktijkcode PCD 3
een groep leidingen met overeenkomende eigenschappen voor wat betreft de te bespreken eigenschap (bijvoorbeeld als voor alle PVC leidingen bij een drinkwaterbedrijf met dezelfde diameter en drukklasse eenzelfde storingsgedrag wordt verondersteld, geldt die groep als een cohort)
Bron: praktijkcode PCD 3
samenstel van leidingen, fittingen en toestellen dat tijdelijk, doch niet ten behoeve van bevoorrading, dan wel permanent, is aangesloten op het distributienet van een drinkwaterbedrijf of collectieve watervoorziening, en door middel waarvan drinkwater of warm tapwater ter beschikking wordt gesteld aan consumenten of andere afnemers (opmerking: ook in NEN 1006: samenstel van leidingen, fittingen en toestellen dat tijdelijk dan wel permanent, is aangesloten op het distributienet van een drinkwaterbedrijf of collectieve watervoorziening, en door middel waarvan drinkwater of warm tapwater ter beschikking wordt gesteld aan consumenten of andere afnemers OPMERKING 1 Woninginstallaties vallen hier niet onder; OPMERKING 2 Tijdelijke leidingdelen ten behoeve van bevoorrading vallen hier niet onder; VOORBEELD 1 Het leidingnet in een appartementengebouw (flatgebouw) vanaf het centrale leveringspunt tot aan het leveringspunt in de woninginstallatie; VOORBEELD 2 Het leidingnet in kantoren, scholen, ziekenhuizen, hotels; VOORBEELD 3 Het leidingnet op kampeerterreinen; VOORBEELD 4 Het leidingnet op en in industriële complexen, voor zover dit leidingwater betreft; VOORBEELD 5 Het leidingnet t.b.v. het bevoorraden van trein, boot of vliegtuig met drinkwater met uitzondering van het tijdelijke deel)
Bron: Drinkwaterwet
a. landgebonden voorziening, niet zijnde een drinkwaterbedrijf, voor de productie of distributie van water dat met behulp van een leiding of distributienet aan consumenten of andere afnemers als drinkwater of warm tapwater ter beschikking wordt gesteld b. voorziening voor de productie of distributie van water op een binnen het Nederlandse territoir gelegen mijnbouwinstallatie als bedoeld in artikel 1, onderdeel o, van de Mijnbouwwet, welk water als drinkwater of warm tapwater aan consumenten binnen die mijnbouwinstallatie ter beschikking wordt gesteld (opmerking: in NEN 1006 wordt uitsluitend de omschrijving onder a genoemd, aangevuld met VOORBEELD 1 Eigen winning met ter beschikkingstelling van leidingwater op een kampeerterrein; VOORBEELD 2 Het opwarmen en/of ontharden van door een drinkwaterbedrijf geleverd drinkwater, dat na behandeling als leidingwater aan derden ter beschikking wordt gesteld, zoals de levering van warmtapwater door een energiebedrijf of bij bereiding van warmtapwater in eigen beheer ten behoeve van meer dan één woning of meer dan één bedrijf. Het opvoeren van de druk wordt niet als een behandeling beschouwd)
Bron: Drinkwaterwet
gezamenlijke onderzoeksmethoden en beoordelingsmethoden van lidstaten van de Europese Unie voor producten in contact met drinkwater en warm tapwater, zoals bekendgemaakt overeenkomstig artikel 20a
Bron: Regeling materialen en chemicalien drink- en warm tapwatervoorziening
overeenkomstig artikel 11, in bijlage B bij deze regeling opgenomen lijst met samenstellende componenten en maximaal toegestane verontreinigingen voor metalen producten
Bron: Regeling materialen en chemicalien drink- en warm tapwatervoorziening
de combinatie van achtereenvolgens (i) monsterneming (indien van toepassing), (ii) beproeving of meting inclusief de eventuele interpretatie van meetresultaten en (iii) vergelijking van het resultaat met een geldende grenswaarde of andere referentie voor een of meer parameters
Bron: praktijkcode PCD 3
Het controleren dat aan gespecificeerde vereisten met betrekking tot een product, proces, managementsysteem, persoon of organisatie is voldaan. Het onderwerpsgebied van de Conformiteitsbeoordeling omvat werkzaamheden zoals testen, keuren, examineren en certificeren.
Bron: Het Kiwa Reglement voor Certificatie
omrekenfactor voor de toetsing van de resultaten van de migratietest
Bron: Regeling materialen en chemicalien drink- en warm tapwatervoorziening
College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden
vloeistof die op een pas gestort betonoppervlak wordt aangebracht en het verdampen van water uit het oppervlak voorkomt dan wel vermindert
Bron: praktijkcode PCD 4
De vervorming of beweging van drinkwaterleidingen en mantelbuizen vanuit de oorspronkelijke positie als gevolg van belastingen en krachten. Hieronder wordt verstaan ovaliteit als gevolg van een externe belasting.
Bron: praktijkcode PCD 3
afstand van het maaiveld tot de bovenkant van het net
Bron: NEN 7171-1
kraan op de tertiaire leiding aan het begin van de aansluitleiding
Bron: praktijkcode PCD 3
transport en levering
Bron: Drinkwaterwet
gebied waarbinnen de eigenaar van een drinkwaterbedrijf bevoegd en verplicht is tot levering van drinkwater aan consumenten of andere afnemers
Bron: Drinkwaterwet
Leiding die de verbinding vormt tussen een primaire of transportleiding en de tertiaire of vertakte distributieleiding. Een dergelijke leiding dient voor de waterverdeling op het niveau van wijken en heeft een vermaasde structuur.
Bron: praktijkcode PCD 3
Leiding die de verbinding vormt tussen een secundaire of vermaasde distributieleiding en de aansluitleiding. Een dergelijke leiding dient voor de waterverdeling op het niveau van straten en heeft bij voorkeur een vertakte structuur.
Bron: praktijkcode PCD 3
samenstel van leidingen en daarmee verbonden koppelingen, kleppen en andere technische voorzieningen voor het transport en de levering van drinkwater, niet zijnde een collectief leidingnet (opmerking: in de bedrijfstak wordt dit doorgaans aangeduid als 'leidingnet', onderscheiden in een transport- en een distributienet)
Bron: Drinkwaterwet
Een distributiereservoir is gebouwd in de buurt van een verbruikskern, waarbij het transport onder lage of beperkte druk plaatsvindt. Een distributiereservoir maakt het mogelijk om water gedurende de dag met een vlakke volumestroom te transporteren naar de zwaartepunten van verbruik om vanuit het reservoir de fluctuerende vraag in het voorzieningsgebied te dekken. De vulling van het reservoir en de levering vanuit het reservoir liggen in twee gescheiden drukgroepen. Het reservoir wordt gevuld en levert tegelijkertijd water. Een dergelijk reservoir kan ook dienen ten behoeve van het afvlakken van de productie.
Bron: praktijkcode PCD 4
District Metered Area (een afgesloten door volumestroommeters begrensd gebied, met als doel het meten van lekverliezen)
de winning, de bereiding, de behandeling, de opslag, het transport en de distributie van drinkwater en warm tapwater
Bron: Regeling materialen en chemicalien drink- en warm tapwatervoorziening
water bestemd of mede bestemd om te drinken, te koken of voedsel te bereiden dan wel voor andere huishoudelijke doeleinden, met uitzondering van warm tapwater, dat door middel van leidingen ter beschikking wordt gesteld aan consumenten of andere afnemers (opmerking: ook in NEN 1006: water bestemd of mede bestemd om te drinken, te koken of voedsel te bereiden dan wel voor andere huishoudelijke doeleinden, met uitzondering van warmtapwater en huishoudwater)
Bron: Drinkwaterwet
a. bedrijf uitsluitend of mede bestemd tot openbare drinkwatervoorziening door levering van drinkwater aan consumenten of andere afnemers, of b. bedrijf uitsluitend of mede bestemd tot levering van drinkwater aan een bedrijf of bedrijven als bedoeld onder a
Bron: Drinkwaterwet
leidingwaterinstallatie voor de afname van drinkwater (opmerking: ook in Model Algemene Voorwaarden Drinkwater 2012 van Vewin: de in een perceel aanwezige binnenleiding en de daarmee verbonden toestellen, indien de binnenleiding hetzij onmiddellijk met het leidingnet van het bedrijf is verbonden, hetzij middellijk met het leidingnet van het bedrijf is verbonden en het water bestemd of mede bestemd is tot drinkwater; ook in Model Aansluitvoorwaarden Drinkwater 2011 van Vewin: installatie bestaande uit leidingen, fittingen, waterbehandelingstoestellen en andersoortige toestellen waarmee drinkwater wordt afgenomen dan wel ter beschikking wordt gesteld)
Bron: NEN 1006
leiding ten behoeve van het transport of de distributie van drinkwater, dat voldoet aan de normen zoals die worden gesteld in de Drinkwaterwet en het Drinkwaterbesluit
Bron: praktijkcode PCD 3
locatie van een drinkwaterbedrijf voor de bereiding van drinkwater of een halffabricaat
Bron: praktijkcode PCD 17
een overdekte faciliteit voor de opslag van drinkwater met inbegrip van een of meer compartimenten voor water, een controlegebouw, voorzieningen voor de bedrijfsvoering en voorzieningen voor de toegang, ten behoeve van de levering van reserve en drukstabiliteit en voor het opvangen van fluctuaties in de watervraag (voor reservoirs direct na de bereiding van het drinkwater wordt soms het begrip 'reinwaterreservoir' of 'reinwaterkelder' gehanteerd)
Bron: praktijkcode PCD 4
drinkwaterbedrijven, Vewin en KWR Water Research Institute
Bron: praktijkcode PCD 9
Bij de interpretatie van het begrip drukloos wordt een drietal situaties onderscheiden: (i) gesloten leidingen bij de uitval van een drinkwaterproductielocatie, (ii) open leidingen in het geval van reparatie van of onderhoud aan een leiding en (iii) gesloten leidingen die enkele weken buiten dienst worden gesteld of met lagere druk worden bedreven om een bepaald risico te verlagen. In dergelijke situaties is er een open verbinding tussen de binnenkant van de leiding en de omgeving, waarbij niet sprake hoeft te zijn van volledige drukloosheid maar van lagere druk. Als het gaat om de noodzaak of wens al dan niet waterkwaliteitsbeoordeling uit te voeren, wordt dat situatieafhankelijk beschouwd. Het criterium daarbij is een gegarandeerde hoeveelheid druk van ten minste 1 mwk: bij leidingen boven en beneden het freatisch niveau waaruit via een op maaiveldhoogte geplaatste standpijp drinkwater stroomt of spuit, is de kans op verontreiniging in principe beperkt en wordt dat niet gedaan.
Bron: praktijkcode PCD 1-4
een (gedeelte van een) leidingnet is open geweest
Bron: praktijkcode PCD 1-4
samenstel van leidingen, fittingen en toestellen na de watermeter, aangesloten op het leidingnet van een drinkwaterbedrijf of een collectieve watervoorziening dan wel op een collectief leidingnet, dat in omvang en complexiteit overeenkomt met dat van een eengezinswoning
Bron: Regeling legionellapreventie in drinkwater en warm tapwater
juridische eigenaar
Bron: Drinkwaterwet
Kental dat wordt gebruikt voor het toerekenen van CO2-emissie aan bepaalde (bedrijfs)activiteiten. Onderscheiden worden emissiefactoren gelinkt aan emissies in de voorketen van de activiteit ('Well to Tank') en emissiefactoren gelinkt aan de directe emissies van de activiteit ('Tank to Wheel'). Naar de som van beide emissies wordt gerefereerd als 'Well to Wheel'.
Bron: praktijkcode PCD 11
zie 'erkende certificeringsinstelling
door de Raad voor Accreditatie erkende instelling die bevoegd is tot afgifte van een kwaliteitsverklaring
Bron: Regeling materialen en chemicalien drink- en warm tapwatervoorziening
door de Minister overeenkomstig artikel 12 erkende kwaliteitsverklaring als bedoeld in artikel 20, eerste lid, van het besluit, of artikel 1.8 van het Bouwbesluit 2012, bestaande uit een schriftelijk bewijs, afgegeven door een erkende certificeringsinstelling, waaruit blijkt dat materialen of chemicaliën voldoen aan de op grond van deze regeling gestelde eisen
Bron: Regeling materialen en chemicalien drink- en warm tapwatervoorziening
het onvermogen van (een onderdeel van) van een systeem om zijn functie uit te voeren volgens een bepaald prestatieniveau
Bron: praktijkcode PCD 3
zie 'hulpstuk'
een vorm van destabilisatie, veroorzaakt door toevoeging van macromoleculen of polyelectrolieten, die adsorberen en bruggen vormen tussen de deeltjes
Bron: KIWA-Mededeling 33
Failure Mode Effect & Criticality Analysis
door of namens het drinkwaterbedrijf in het (centrale) leveringspunt aangebrachte terugstroombeveiliging
Bron: NEN 1006
ijzer-koolstoflegering met een koolstofgehalte tussen circa 2 en 4,5 gewichts-%, die meestal nog enkele andere elementen bevat, zoals bijvoorbeeld silicium
Bron: NEN 3650-5
Middel dat wordt gebruikt bij de montage van rubber afdichtingen in leiding- of distributiesystemen van verschillende aard, zoals beton, gietijzer, staal of de uiteenlopende thermoplastische en thermohardende kunststoffen. De rubber afdichtingen kunnen verschillende fysieke vormen hebben (afdichtingsringen, manchetten en dergelijke).
Bron: Regeling materialen en chemicalien drink- en warm tapwatervoorziening
vast materiaal en bestaande uit minerale delen met een maximale korrelgrootte van 2 mm en organische stof in een verhouding en met een structuur zoals deze in de bodem van nature wordt aangetroffen, alsmede van nature in de bodem voorkomende schelpen en grind met een korrelgrootte van 2 mm tot 63 mm, met uitzondering van baggerspecie (OPMERKING 1: Herbruikbare grond mag maximaal 20 gewichtsprocent bodemvreemd materiaal bevatten. Voor specifieke toepassingen kanhet bevoegd gezag de toegelaten bodemvreemd materiaal verlagen of nadere regels stellen over soorten bodemvreemd materiaal. OPMERKING 2: Indien er sprake is van een bijmenging van meer dan 50 gewichtsprocent bodemvreemd materiaal is er geen sprake meer van grond. Lagen bodemvreemd materiaal kunnen deel uitmaken van de bodem mits het bevoegd gezag Wbb hier flankerend beleid voor heeft geformuleerd. Is dit niet het geval dan behoren dergelijke (duidelijk onderscheidbare en technisch separaat afgraafbare) bodemvreemde lagen niet tot de bodem en vallen niet onder de Wbb (zie ook opmerking 3); OPMERKING 3: Indien de laag bodemvreemd materiaal zich aan het maaiveld bevindt en daarbij de functie van verharding heeft, wordt deze niet tot de bodem gerekend. Voorbeeld hiervan is een laag puingranulaat aan het maaiveld in gebruik als wegverharding)
Bron: NEN 5740
afstand van de onderkant van de verharding tot de bovenkant van het net (OPMERKING 1: Er is dus een verschil tussen dekking en gronddekking. In de gangbare praktijk wordt meestal de dekking gebruikt voor het aanduiden van de diepteligging van netten. Indien er geen verharding aanwezig is, is de dekking gelijk aan de gronddekking; OPMERKING 2: Zie ook 3.2 dekking)
Bron: NEN 7171-1
gebied dat bescherming biedt aan de drinkwatervoorziening tegen bedreigingen vanaf de top van het watervoerend pakket in een gebied met verblijftijd van 25 jaar rondom de winning (opmerking: een aantal provincies hanteert een afwijkende verblijftijd)
Bron: praktijkcode PCD 1-2
gebied rond een winning dat bescherming biedt van het grondwater en is aangewezen in de Provinciale Milieuverordening
Bron: praktijkcode PCD 1-2
de leiding van het bedrijf waarop aansluitingen tot stand kunnen worden gebracht
Bron: Model Algemene Voorwaarden Drinkwater 2012 en Model Aansluitvoorwaarden Drinkwater 2011 van Vewin
Reservoirs die functioneren onder de heersende druk in het leidingnet, de open waterspiegel is de heersende druk. Hoogreservoirs zijn in Nederland over het algemeen uitgevoerd als watertorens. In geaccidenteerd terrein zijn enkele hoogreservoirs uitgevoerd als ‘grondreservoir’ in de heuvels. Deze kunnen als distributie- of suppletiereservoir zijn uitgevoerd.
Bron: praktijkcode PCD 4
de leidingen, fittingen en toestellen die geïnstalleerd worden tussen de kranen die normaliter, zowel in openbare als in particuliere gebouwen en terreinen, worden gebruikt voor voor menselijke consumptie bestemd water en het distributienet, maar slechts indien die volgens de desbetreffende nationale wetgeving niet onder de verantwoordelijkheid van de waterleverancier in zijn hoedanigheid van waterleverancier vallen
Bron: Europese Drinkwaterrichtlijn
leidingwater dat niet voldoet aan de kwaliteitseisen van drinkwater en dat in collectieve installaties uitsluitend bestemd is voor toiletspoeling en in woninginstallaties uitsluitend bestemd is voor toiletspoeling, gebruik ten behoeve van de wasmachine of het besproeien van de tuin
Bron: NEN 1006
leidingelement anders dan een buis, dat verandering van richting, middellijn, aftak enzovoort van de leiding mogelijk maakt, naast elementen als flensstuk, flens-spiestuk, blindflens, koppeling enzovoort
Bron: praktijkcode PCD 3
leidingelementen anders dan buizen, die verandering van richting, diameter, aftak enzovoort van de leiding mogelijk maken, naast elementen als flensstukken, flens-spiestukken, blindflenzen, koppelingen enzovoort
Bron: praktijkcode PCD 3
de mate waarin de waterkwaliteit voldoet aan de eisen voor chemische en microbiologische parameters zoals die zijn opgenomen in de Drinkwaterwet en het Drinkwaterbesluit, en daarmee geschikt is voor menselijke consumptie
Bron: praktijkcode PCD 1-1
pathogene micro-organismen die in algemene zin representatief zijn voor ziekteverwekkende virussen (enterovirussen), bacterien (Campylobacter) en pathogene protozoa (Cryptosporidium en Giardia) (opmerking: tussenhaakjes zijn de indexpathogenen vermeld zoals die zijn opgenomen in het Drinkwaterbesluit, bijlage A, noot 1)
Bron: praktijkcode PCD 1-1
indicatorparameters als bedoeld in artikel 5, eerste lid, juncto tweede lid, tweede volzin, en bijlage I, deel C, van de Drinkwaterrichtlijn (opmerking: met 'Drinkwaterrichtlijn' wordt de Europese Drinkwaterrichtlijn bedoeld)
Bron: Drinkwaterwet
put gebruikt voor het injecteren van water in de ondergrond
Bron: praktijkcode PCD 1-2
alle transport-, hoofd-, distributie- en aansluitleidingen in het bezit van een drinkwaterbedrijf
Bron: praktijkcode PCD 11
het op een specifiek moment meten van de toestand van een leiding volgens een gespecificeerde onderzoeksmethode
Bron: praktijkcode PCD 3
samenstel van leidingen, fittingen en toestellen dat middellijk of onmiddellijk is aangesloten op het distributienet van een drinkwaterbedrijf
Bron: Drinkwaterwet
waarde waarmee voor verontreinigende stoffen in grond en grondwater het concentratieniveau wordt aangegeven waarboven sprake is van ernstige vermindering of dreigende vermindering van de functionele eigenschappen die de bodem heeft voor mens, plant of dier
Bron: NEN 5740 en praktijkcode PCD 5
het gebied waarvan het aan maaiveld geinfiltreerde water naar de winning toestroomt
Bron: praktijkcode PCD 1-2
methode om externe corrosie van ingegraven of in water ondergedompelde buizen, leidingen, tanks en staalconstructies tegen te gaan door een gelijkstroom door het omringende medium van het te beschermen object te laten lopen (OPMERKING: De gelijkstroom wordt verkregen met behulp van de galvanische werking van opofferingsanoden (passief) of door een opgedrukte stroom (actief))
Bron: NEN 3654
Kathodische Bescherming