Wet- en regelgeving
De vigerende wet- en regelgeving op het gebied van drinkwater (Drinkwaterwet (oorspronkelijke editie, Memorie van toelichting), Drinkwaterbesluit (Algemene Maatregel van Bestuur, AMvB) en vier ministeriële regelingen) is op 1 juli 2011 in werking getreden, zie Besluit inwerkingtreding Drinkwaterwet. Deze wet- en regelgeving sluit aan bij de Europese Drinkwaterrichtlijn van 1998 (Nederlandse versie). Medio december 2020 is de herziene Europese Drinkwaterrichtlijn vastgesteld, die op 12 januari 2023 in de Nederlandse wet- en regelgeving moest zijn geïmplementeerd. Het Drinkwaterbesluit (oorspronkelijke editie) vervangt het Waterleidingbesluit van 2001.
Een aantal onderwerpen van uitvoeringstechnische aard in het Drinkwaterbesluit is uitgewerkt in vier ministeriële regelingen:
- De Regeling materialen en chemicaliën drink- en warm tapwatervoorziening.
- Dit betreft een regeling ten aanzien van de materialen en chemicaliën die bij de productie en distributie en behandeling van drinkwater en warm tapwater worden gebruikt. Voor oorspronkelijke editie van 19 juli 2011 is per 1 juli 2017 een ‘technisch aangepaste’ versie in werking treden: zie: herziene Regeling. Daarin wordt voor cementgebonden en metallische producten en materialen verwezen naar de ‘common approach’ van de ‘4MS Initiative’ (‘4 Member States’: Duitsland, Frankrijk, Nederland en het Verenigd Koninkrijk, en sinds 2018 ook Denemarken). Voor kunststof producten wordt verwezen naar de betreffende positieve lijst.
De praktijkcode PCD 12 ‘Wet- en regelgeving in Nederland voor onderdelen van drinkwaterleidingnetten; Een toelichting op de ‘Regeling materialen en chemicaliën drink- en warm tapwatervoorziening’ (versie 1 juli 2017)’ is een toelichting op de Regeling voor ‘leidingmaterialen’ (dat wil zeggen niet voor andere materialen en niet voor ‘chemicaliën’).
Certificatie-instelling Kiwa Nederland is de (enige) ‘erkende certificatie–instelling’ volgens de Regeling voor de certificatie van toelaatbaar geachte producten in contact met drinkwater. Het bedrijf hanteert daarbij het ‘Aanvullend Reglement voor Wettelijke Certificatieregelingen; Versie 01-06-2010’.
Kiwa Nederland hanteert het Protocol K15010 ‘Kiwa Protocol for products in contact with drinking water’ (december 2016) voor de publiekrechtelijke eisen aan producten en materialen die in contact komen met drinkwater. Het protocol wordt gebruikt in combinatie met een van toepassing zijnde beoordelingsrichtlijn. De combinatie van beide documenten geeft alle relevante eisen voor het betreffende product.
De Regeling zal in het kader van de implementatie van de herziene Europese Drinkwaterrichtlijn in 2025 worden herzien, aangezien er in dit stadium eerst in Europees verband afstemming plaatsvindt. - De ‘Regeling afsluitbeleid voor kleinverbruikers van drinkwater’ (oorspronkelijke editie)
Het gaat om een regeling ten aanzien van de procedure die drinkwaterbedrijven bij wanbetaling moeten volgen, om afsluiting zoveel mogelijk te voorkomen. De officiële ingangsdatum van deze regeling is 1 juni 2012. - De ‘Regeling legionellapreventie in drinkwater en warm tapwater’ (oorspronkelijke editie)
Het betreft een regeling ten aanzien van enkele aspecten van legionellapreventie, zoals de uitvoering van de legionella-risicoanalyse. De locaties waar legionellapreventie moet worden uitgevoerd, zijn in het besluit aangegeven. Alleen voor wat betreft de ziekenhuizen en zorginstellingen die aan legionellapreventie moeten doen, geldt dat deze in de regeling worden aangewezen. - De Drinkwaterregeling (oorspronkelijke editie)
Het gaat om een regeling ten aanzien van een aantal meer technische details, waaronder de frequentie en wijze waarop het drinkwater en de gebruikte grondstof moeten worden bemonsterd en geanalyseerd, de kwaliteit van de gebruikte grondstof, de eisen die worden gesteld aan laboratoria die voor drinkwaterbedrijven analyses uitvoeren en de versies van (inter)nationale normen en andere documenten die in het Drinkwaterbesluit van toepassing worden verklaard alsmede de aanduiding van de distributiegebieden van drinkwaterbedrijven, aanvullende criteria voor beoordeling van fusieverzoeken en de berekening van de (gewogen gemiddelde) vermogenskostenvoet.
Beleidsnota
Verder dient ‘Onze Minister’ volgens Artikel 6 van de Drinkwaterwet ‘ten minste eenmaal in de zes jaar een beleidsnota inzake de openbare drinkwatervoorziening vast te stellen’. De meest recente beleidsnota dateert van april 2021: ‘Beleidsnota drinkwater 2021-2026; Samen werken aan een toekomstbestendige drinkwatervoorziening’.
Kwaliteitsmanagementsysteem
De titel van Hoofdstuk 3 van het Drinkwaterbesluit luidt: ‘De zorg voor de kwaliteit van drinkwater’. In lid 1 van Artikel 15 ‘Handleiding en bedrijfsprocessen’ als onder deel van § 3.1.2 ‘Kwaliteitsmanagementsysteem’ van § 3.1 ‘Drinkwaterbedrijven’ worden drinkwaterbedrijven verplicht tot een kwaliteitsmanagementsysteem dat is gebaseerd op de norm NEN-EN-ISO 9001 ‘Kwaliteitsmanagementsystemen – Eisen’ d.d. 1 oktober 2015. In lid 4 en lid 5 van Artikel 15 worden vervolgens expliciet de primaire respectievelijk secundaire bedrijfsprocessen genoemd die in ieder geval onderdeel dienen te zijn van dat systeem. De regelgeving voor de Nederlandse drinkwatervoorziening van bron tot leveringspunt volgens deze website heeft deze beide leden van Artikel 15 als uitgangspunt.
Voorgeschreven documenten
In het Drinkwaterbesluit wordt expliciet een aantal documenten van privaatrechtelijke aard (bijvoorbeeld normen en beoordelingsrichtlijnen) genoemd. Deze ‘voorgeschreven’ documenten hebben rechtskracht, zie ‘Nota van Toelichting’ bij het Drinkwaterbesluit (oorspronkelijke editie).
Op grond van een rechterlijke uitspraak kunnen deze documenten/normen als ‘
verbindendBedoeld wordt: ‘het hebben van verbindende kracht’ of ‘aan te merken als algemeen verbindend voorschrift’.‘ worden beschouwd.
De Nederlandse Staat is van mening dat het systeem van verwijzen in wet- en regelgeving naar normen en andere private documenten deugdelijk is en in lijn met de Europese aanpak.
Het Gerechtshof ’s-Gravenhage heeft zich op 16 november 2010 uitgesproken over de status van NEN-normen in het Bouwbesluit 2003 en de Regeling Bouwbesluit 2003. Het Hof heeft geoordeeld dat normen waarnaar wordt verwezen in de bouwregelgeving geen voorschrift worden. Het vonnis van de Rechtbank ’s-Gravenhage van 31 december 2008 werd door het Gerechtshof vernietigd (bron: ‘NEN Bouw Nieuws’, nummer 6, december 2010; zie ook ‘Gerechtshof stelt Staat in het gelijk over status NEN-normen in Bouwbesluit’).