De eigenaar van een drinkwaterbedrijf heeft voorts tot taak:
…..
het bijdragen aan het uit een oogpunt van volksgezondheid verantwoord omgaan met drinkwater door eigenaars, consumenten en andere afnemers tussen het punt van levering en het punt waar het drinkwater voor consumptie ter beschikking komt, waaronder in elk geval wordt begrepen:1°.het geven van voorlichting aan consumenten;2°.het opstellen van technische eisen ten aanzien van de op zijn distributienet aan te sluiten en aangesloten installaties;3°.het overeenkomstig artikel 24 uitvoeren van controles ten aanzien van bedoelde installaties’ ‘In de Memorie van toelichting bij de oorspronkelijke editie van de Drinkwaterwet wordt bij het punt 2 van Artikel 7 genoemd ‘het opstellen van technische werkbladen voor installaties’De integrale tekst van Artikel 24 (onderdeel van Hoofdstuk III ‘De zorg voor de kwaliteit van drinkwater’) waarnaar vanuit Artikel 7 wordt verwezen, luidt:1 De eigenaar van een drinkwaterbedrijf controleert de middellijk of onmiddellijk op het leidingnet van zijn bedrijf aangesloten woninginstallaties, collectieve watervoorzieningen, collectieve leidingnetten en overige installaties op gevaar voor verontreiniging van het leidingnet van zijn bedrijf.2 De eigenaar van een drinkwaterbedrijf controleert tevens de middellijk of onmiddellijk op het leidingnet van zijn bedrijf aangesloten collectieve watervoorzieningen en collectieve leidingnetten op gevaar voor verontreiniging van het door middel van deze voorzieningen en leidingnetten aan consumenten of andere afnemers ter beschikking gestelde drinkwater.3 Indien bij een controle als bedoeld in het tweede lid blijkt dat niet wordt voldaan aan artikel 21, eerste of derde lid, de daarop berustende bepalingen of een ministeriële regeling van die strekking als bedoeld in artikel 23, dan wel dat gevaar bestaat dat daar niet aan voldaan wordt, informeert de eigenaar van het drinkwaterbedrijf terstond de toezichthouder en de desbetreffende eigenaar van een op zijn leidingnet aangesloten collectieve watervoorziening of collectief leidingnet.
4 De eigenaar van een middellijk of onmiddellijk op het leidingnet van een drinkwaterbedrijf aangesloten collectieve watervoorziening, collectief leidingnet, woninginstallatie of andere installatie, dan wel de huurder van het betreffende gebouw of de betreffende woning, is verplicht medewerking te verlenen aan de in het eerste en tweede lid bedoelde controles.
Ten slotte wordt verwezen naar lid 3 van Artikel 13 ‘Kwaliteitseisen’ van Hoofdstuk 3 ‘De zorg voor de kwaliteit van drinkwater’ van het Drinkwaterbesluit en dan met name de dikgedrukte tekst: ‘De eigenaar van een drinkwaterbedrijf draagt er zorg voor dat het drinkwater op het leveringspunt en op het tappunt voldoet aan de eisen die daaraan worden gesteld in de tabellen I, II, IIIa, IIIb, IIIc en IV van Bijlage A, behorende bij dit besluit.’ Met betrekking tot de verantwoordelijkheid van een drinkwaterbedrijf voor de drinkwaterkwaliteit aan het tappunt van installaties (kwaliteitsverlies na het leveringspunt) wordt gewezen op lid 4 van het Artikel 13: ‘Het derde lid geldt niet voor zover het betreft drinkwater dat aan het tappunt ter beschikking komt en dat niet aan de in dat lid bedoelde eisen voldoet door een oorzaak die is gelegen in een op het leidingnet van het desbetreffende drinkwaterbedrijf aangesloten woninginstallatie, collectief leidingnet, collectieve watervoorziening of andere op het leidingnet van een drinkwaterbedrijf aangesloten installatie.’ Voor de verantwoordelijkheid van een drinkwaterbedrijf voor de waterkwaliteit aan het tappunt van woninginstallaties kan ook worden verwezen naar een brief van de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) van 13 december 2019, zie hier.